- afkrijgen
- {{afkrijgen}}{{/term}}1 [eraf kunnen halen] get off/out2 [kunnen voltooien] get done/finished♦voorbeelden:1 hij kreeg de vlek er niet af • he couldn't get the stain out2 het werk afkrijgen • get the work done/finished
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.